Delfts Blauwe Wandborden
Er zijn wandborden met molens, bloemen, tulpen, Vermeer's meisje met de parel of een Hollands landschap. Een aantal wandborden wordt geleverd met een certificaat. Zie de beschrijving van het bord of het een certificaat bevat.
Delfts blauwe wandborden of sierborden
In de 16e eeuw werd er in Nederland grote hoeveelheden aardewerk geproduceerd. Veel was voor dagelijks gebruik, simpel versierd. Maar ook veel fraaiere sierborden werden gemaakt geïllustreerd met religieuze motieven, autochtone scènes met windmolens en vissersboten, jachttaferelen, landschappen en zeegezichten.
Deze typisch Nederlandse scene's vind je ook nu nog terug op hedendaagse Delfts blauwe wandborden. Maar naast deze klassieke thema's zijn er ook sierborden met modernere thema's.
Een wandbord kan variëren van klein (rond de 16 cm in diameter), tot heel groot (rond de 36cm in diameter). De meeste borden zijn rond, maar een geschulpte rand is ook een vaak voorkomende versiering. De rand van het bord is meestal rijk versierd met bloemen of lijn patronen.
Wandborden worden gewaardeerd als geschenk, maar zijn ook heel mooi bij het inrichten van een nieuw interieur. Een combinatie van Delfts blauwe wandborden, vazen en andere stukken geven een eigen sfeer aan een ruimte.
De geschiedenis - Het begon met piraten
Na 1570 begon in Nederland een bloeiende industrie op te komen die tin glazuur aardewerk maakte. Toen de Nederlands in 1596 op China begonnen te varen leerden ze daar het Chinese porselein kennen. In 1602 wisten twee Zeeuwse schepen een Portugees schip vol met Chinees porselein te veroveren. De lading werd in Middelburg geveild. Een volgende buit in 1604 bevatte maar liefst 100,000 stuks porselein. Deze enorme hoeveelheid hoogwaardig porselein uit de Ming dynastie had een enorme invloed op de Nederlandse industrie, voornamelijk in Delft.
Toch kopieerden de Nederlanders eerst niet het Chinese porselein, want de VOC (Verenigde Indische Compagnie) importeerde inmiddels miljoenen stukken porselein uit China. Pas toen de aanvoer uit China stokte rond 1620 met de dood van de laatste Ming keizer zag men in Delft een opening om een goedkoop alternatief te creëren, het Delfts Blauw. Het hoogtepunt van de Nederlandse potterijen lag in de periode 1640-1740. Daarna kwam er veel goedkooper porselein uit Engeland dat langzaam het Nederlandse porselein verdrong.
Maar in deze bloeiperiode is er veel Delfts aardewerk gemaakt dat tot het mooiste van Europa in die tijd behoorde. De Nederlandse musea (zoals het Rijksmuseum) hebben in hun collectie mooie voorbeelden van werk uit deze periode.
In de eeuwen daarna zijn de meeste potterijen gesloten. Er zijn hedendaags nog maar een paar namen die uit deze periode stammen, en slechts een die in continue gebruik geweest is.